RelaxMore.net

RelaxMore.net

De Polyvagale Wereld

Een nieuwe samenvatting van de polyvagaaltheorie

Voortschrijdend inzicht en de introductie van de mengpaneelmetafoor

Ronald de Caluwé's avatar
Ronald de Caluwé
Jun 15, 2025
∙ Paid
6
8
2
Share
Foto: James Kovin on Unsplash

Inleiding

Het afgelopen jaar heb ik zeven keer mijn tweedaagse training “Polyvagaaltheorie en Trauma-responsen” verzorgd, waarvan zes keer voor een (over)volle groep. Dat heeft mij ook een en ander geleerd, waarover ik in dit artikel iets wil schrijven. Ik begin met de volgorde van de drie pijlers van de polyvagaaltheorie, vervolg met een alternatief voor de autonome ladder en eindig met een vernieuwde samenvatting van de polyvagaaltheorie.

Omdat de eerste delen van het artikel leiden naar de samenvatting, plaats ik die als laatste (logisch). Als je nu nog heel weinig weet van de polyvagaaltheorie, kun je prima beginnen met deze samenvatting en daarna de andere delen lezen. Je kunt natuurlijk ook mijn uitgebreide inleiding op de polyvagaaltheorie lezen.

Drie pijlers

De polyvagaaltheorie is gebouwd op drie pijlers, namelijk:

  1. De evolutionair bepaalde hiërarchie van activering van autonome toestanden. Op z’n kortst samengevat: bij toenemende stress of dreiging gaan we als eerste sociale verbinding zoeken, vervolgens schakelt het mobilisatie’systeem’ in (vechten of vluchten in al z’n uitingsvormen) en als dat niet afdoende is, schakelt het immobilisatie’systeem’ in (verstarring). Ook in niet-dreigende situaties is dit systeem actief. In totaal 24 uur per dag dus.

  2. Neuroceptie, oftewel ons onbewust en 24 uur per dag werkende veiligheidsscan’systeem’.

  3. Co-regulatie. Het proces waarbij individuen elkaars autonome zenuwstelsel en neuroceptie beïnvloeden, idealiter om een gedeelde staat van veiligheid en verbinding te ervaren en te behouden.

Op de een of andere manier is deze volgorde erin geslopen. De hiërarchie wordt meestal als eerste genoemd. Er is volgens mij ook het meest over te vertellen, en het is ook nog eens een superinteressant verhaal. Maar is het ook logisch dat we de onderdelen van de polyvagaaltheorie altijd in deze volgorde noemen en presenteren?

Ik ben tot de conclusie gekomen dat het logischer is om neuroceptie als eerste te noemen en beschrijven. Immers: op basis waarvan wordt door je autonome zenuwstelsel ‘besloten’ in hoeverre je activering aangaat richting mobilisatie of in hoeverre je zou kunnen ontspannen richting immobilisatie? Dat gebeurt op basis van neuroceptie. Ik beschrijf straks hoe dat gaat.

Van ladder naar …

Wie wel eens een boek of een webpagina over de polyvagaaltheorie heeft gelezen, is waarschijnlijk de zogenaamde ‘autonome ladder’ tegengekomen. Hij is er in talloze varianten:

Zoekresultaat van de opdracht “Polyvagale ladder”. Keus genoeg!

Deze bekende metafoor, waarin het autonome zenuwstelsel als een op- en afgaande hiërarchie van toestanden wordt voorgesteld, werd in 2018 geïntroduceerd door Deb Dana in haar boek “The Polyvagal Theory in Therapy”. Daarmee maakte zij de polyvagaaltheorie van Stephen Porges heel toegankelijk voor therapeuten en cliënten.

Nu is die ladder best een mooie metafoor (hij is niet voor niets zo populair), maar toch vind ik dat hij niet goed genoeg meer is. Hij laat namelijk niet goed zien dat er meer dan drie ‘opties’ zijn. Nu zou je tussen de drie verschillende kleuren overgangsgebieden kunnen maken, maar dan nog mis je twee (2!) toestanden. Er zijn er namelijk zeven.

Zeven toestanden?

De drie autonome structuren die we bezitten – zie hierboven: het sociale systeem, het mobilisatiesysteem en het immobilisatiesysteem – geven inderdaad zeven combinatiemogelijkheden:

This post is for paid subscribers

Already a paid subscriber? Sign in
© 2025 Ronald de Caluwé - Relax More
Privacy ∙ Terms ∙ Collection notice
Start writingGet the app
Substack is the home for great culture