Nieuws van het Polyvagal Institute over fawning en appeasing schept onduidelijkheid
En er is ook geruststelling ...
Inleiding
Recent schreef ik het eerste deel van de herziening van mijn veelgelezen artikel over de responsen op stress en dreiging. Daarin schreef ik onder andere over fawning en appeasing, als nieuw beschreven gemengde toestanden van ons autonome zenuwstelsel en responsen op dreiging.
Voor het gemak start ik dit artikel met een korte samenvatting van de mogelijke toestanden van ons autonome zenuwstelsel (ik ga nu niet in op de verschillen tussen veilige en onveilige situaties):
Sociale verbinding – het ventraal vagale (VV) systeem is actief;
Mobilisatie – het sympatische (S) systeem heeft de overhand;
Immobilisatie – het dorsaal vagale (DV) systeem heeft de overhand;
Rust, meditatie, intimiteit – een gemengde toestand van VV en DV;
Spelen, sport, dans – een gemengde toestand van VV en S;
Fawning – een gemengde toestand van DV en S;
Appeasement – een gemengde toestand van DV, VV en S.
Als dit rijtje lastig te begrijpen is, is het handig om eerst mijn artikelen over de polyvagaaltheorie en de verschillende responsen te lezen.
In een plaatje
In het artikel plaatste ik een afbeelding die op de website van het Polyvagal Institute gestaan heeft en die (nagenoeg1) perfect weergeeft hoe de 7 verschillende autonome toestanden2 zich tot elkaar verhouden.
Het laatste nieuws
Op 12 april viel de nieuwsbrief van het Polyvagal Institute in de mailbox. Wat schetst mijn verbazing? Er wordt uitgebreid aandacht gegeven aan een oudere versie van bovenstaande afbeelding, namelijk deze:
Maar liefst in 8 talen:
Ook in het Nederlands:
Tegelijk wordt in de nieuwsbrief de vraag gesteld “Waar passen fawning en appeasing in dit diagram?” Vervolgens: “Dat is een punt van discussie, waar Stephen Porges en Seth Porges op ingaan in hun nieuwe boek, Our Polyvagal World.”3 Hierna volgt een hele passage uit het boek, waarin ze precies hetgeen beschrijven dat op de afbeelding staat van oktober 2023, en niet de afbeelding die in de nieuwsbrief staat. (Je kunt overigens de betreffende nieuwsbrief hier online lezen.)
Duidelijk
In hun boek en in de tekst van de nieuwsbrief van 12 april zijn Stephen Porges en zijn zoon Seth duidelijk:
Fawning is een toestand waarbij het slachtoffer niet in staat is om enige mate van sociale verbinding met een dader te onderhouden (de ventrale vagus is “offline"). Dat is gevaarlijk voor het slachtoffer, het kan een dader juist triggeren om meer kwaad te doen (de dader voelt immers dan ook minder connectie met zijn slachtoffer, er is geen co-regulatie).
Bij appeasement kan een slachtoffer wél de ventrale vagus online houden, zodat er connectie en co-regulatie met de dader blijft. Sterker nog: het slachtoffer kan de dader de illusie (!!4) geven dat zij/hij/hen aan de kant van de dader staat en kan op die manier het gedrag van de dader dusdanig beïnvloeden dat de overlevingskansen verbeteren.
Fawning wordt daarmee misschien als een minder effectieve overlevingsstrategie omschreven en waarschijnlijk is het dat ook. Als je de polyvagaaltheorie goed begrijpt, zul je ook beseffen dat niemand ervoor kiest om te fawnen (ook appeasen doe je niet “voor je plezier” natuurlijk). Een belangrijke factor die bepaalt in hoeverre het autonome zenuwstelsel in staat is een situatie te reguleren, is gebaseerd op wat de persoon heeft geleerd. Dus iedere veroordeling van fawning of appeasing geeft blijk van onvoldoende inzicht in de werking van ons autonome zenuwstelsel, naast een gebrek aan compassie natuurlijk, maar dat is weer een heel ander verhaal.
Onduidelijk, én een geruststelling
Als bovenstaande helder is (nogmaals: zowel in boek als nieuwsbrief staat het zo beschreven), dan is mij onduidelijk waarom het Polyvagal Institute met een afbeelding komt die daar niet mee in overeenstemming is, terwijl een betere voorhanden is.
Hoopgevend is deze passage in de nieuwsbrief:
We zijn van mening dat deze gedragingen [fawning en appeasement, RdC] ge-reframed moeten worden als fysieke overlevingsmechanismen en dat we zulke situaties niet als een bewuste keus mogen beoordelen. Terwijl het begrijpen van fawning en appeasement als responsen op trauma een onderwerp van voortschrijdend inzicht is binnen de polyvagaaltheorie, zijn we van mening dat deze gedragingen voortkomen uit unieke autonome toestanden die een deel vormen van het doel van ons lichaam: in leven blijven5.
Mooi om te vernemen dat de polyvagaaltheorie in ontwikkeling is en blijft. Misschien preciezer beschreven: dat de implicaties van de polyvagaaltheorie steeds helderder worden met betrekking tot onze gedragingen en dat we steeds meer gaan inzien dat het ervaren van veiligheid iets is dat we in onze hele maatschappij meer aandacht mogen geven.
Genoeg stof voor toekomstige artikelen. Voor nu: dank voor je aandacht en je reactie is welkom hieronder!
De plaatsing van appeasement is correct, fawning is (een gradatie van) "Freeze state of defense".
Er zijn natuurlijk meer mogelijkheden dan deze 7. Je kunt het beschouwen als de samenstelling van kleuren: er zijn 3 hoofdkleuren en daaruit kunnen alle andere kleuren gemengd worden. Zo is het ook met ons gedrag. Gelukkig: geen eenheidsworst…
Some of you may ask, "Where do fawning and appeasement fall on this diagram?" That's an ongoing conversation, and one that Stephen Porges and Seth Porges address in their new book, Our Polyvagal World, available in the PVI Bookstore. Below is an excerpt from the book on this topic: […]
Het is van cruciaal belang te begrijpen dat het slachtoffer niet echt aan de kant van de dader staat, maar dat appeasing een overlevingsstrategie is die voortkomt uit het geactiveerd zijn van de dorsale vagus en het sympatische systeem, waarbij ook de ventrale vagus online blijft.
It is our belief that we should reframe these behaviors as bodily survival strategies and remove conscious intent from our judgment of such situations. And while understanding fawning and appeasement as a response to trauma is an evolving topic within the Polyvagal Theory, it is also our belief that these behaviors come from unique autonomic states as part of our body’s mission-driven desire to keep us alive.