
Alan Watts – bruggenbouwer tussen Oost en West
In een tijdperk waarin het Westen nog aarzelend zijn eerste stappen zette richting oosterse filosofie, stond één man al met wijd open armen op die brug tussen de werelden: Alan Watts. Filosoof, priester, schrijver, spreker – maar bovenal een mens die de diepe vragen van het bestaan niet schuwde. Zijn stem – warm, helder, speels – klinkt decennia na zijn dood nog na in talloze lezingen op onder andere YouTube. Maar wie was deze man die het Zenboeddhisme, het Taoïsme en de westerse psyche zo natuurlijk wist te verbinden?
Een vroege fascinatie voor het mysterie
Alan Wilson Watts werd geboren op 6 januari 1915 in het Engelse graafschap Kent. Al jong ontwikkelde hij een fascinatie voor het mystieke en het onbekende. Zijn moeder werkte voor missionarissen, en het huis stond vol met Aziatische kunst en boeken over oosterse spiritualiteit. Deze vroege invloeden voedden zijn honger naar zingeving buiten de gebaande paden van de westerse religie.
Als kind was hij een buitenbeentje – scherpzinnig, dromerig en niet bepaald een gemiddelde leerling. Hij las alles wat hij in handen kon krijgen over het Boeddhisme, Taoïsme en andere wijsheidstradities. Die vroege nieuwsgierigheid groeide uit tot een levenslange zoektocht naar waarheid, niet als dogma, maar als ervaring.
Van priester tot outsider-filosoof
Op zijn 23e verhuisde Watts naar de Verenigde Staten, waar hij zich aanvankelijk aansloot bij de Episcopaalse Kerk en zelfs tot priester werd gewijd. Maar het instituut knelde. De theologie voelde hem te strak, te rigide – niet levend genoeg. Watts was geen man van systemen; hij zocht de stroom, de dans van het bestaan.
In 1950 legde hij zijn priesterambt neer en vestigde zich in San Francisco. Daar begon hij aan wat misschien wel zijn ware roeping was: het vertalen van oosterse wijsheid naar een westerse context, zonder die te versimpelen of te reduceren tot exotische gebruiken. Zijn bekendste werken, zoals The Way of Zen (1957, in het Nederlands verschenen als “Zenboeddhisme”) en Tao: The Watercourse Way (postuum uitgegeven, in het Nederlands verschenen als “Tao als water”), zijn geen droge verhandelingen, maar levende teksten vol inzicht, humor en prachtige poëtische zinnen.
De stem van het niet-weten
Watts stond bekend om zijn meeslepende toespraken – vloeiend, improviserend, speels – waarmee hij volle zalen betoverde. Hij sprak niet als een leraar die de waarheid in pacht heeft, maar als een vriend die uitnodigt tot verwondering. Zijn boodschap was simpel en tegelijk diepzinnig: je bent geen afgescheiden ego in een vijandige wereld, maar een uitdrukking van het universum zelf.
In de geest van het Zenboeddhisme en het taoïsme benadrukte hij het belang van loslaten. Niet in de zin van onverschilligheid, maar als een uitnodiging tot overgave aan de stroom van het leven. “Muddy water is best cleared by leaving it alone”, zei hij. Laat het bestaan zijn werk doen. Laat het leven zichzelf leven.
De mens achter de woorden
Toch was Watts geen heilige. Hij worstelde met zijn verslaving aan alcohol, zijn huwelijken waren stormachtig, en zijn levensstijl leidde bij sommigen tot opgetrokken wenkbrauwen. In zekere zin belichaamde hij de paradox die hij zo vaak beschreef: de spanning tussen vorm en leegte, tussen het streven en het loslaten. Zijn leven was een oefening in het omarmen van die tegenstrijdigheden, zonder ze op te lossen.
Hij was zich terdege bewust van zijn menselijkheid. In plaats van zich te presenteren als een verlicht meester, speelde hij open kaart over zijn gebreken. En juist daarin schuilt misschien zijn grootste kracht: zijn wijsheid was doordrenkt van medemenselijkheid. Hij sprak niet boven zijn publiek, maar met hen – als iemand die net zo goed in de knoop kon raken, maar die met een glimlach en een knipoog bleef zoeken naar betekenis.
Een erfenis die blijft stromen
Alan Watts overleed in 1973 op 58-jarige leeftijd, maar zijn werk is springlevend. Hij was zijn tijd ver vooruit. In een wereld die steeds meer hunkert naar zingeving buiten dogma’s, spreekt zijn benadering van spiritualiteit – vrij, ervaringsgericht, belichaamd – velen nog steeds aan.
Zijn lezingen gaan viraal op social media, zijn boeken worden herdrukt, en jonge generaties ontdekken in hem een gids die ruimte laat. Geen geboden, geen systemen, maar uitnodigingen om zelf te onderzoeken. Om te zijn, zonder jezelf te hoeven verbeteren.
Watts hielp ons herinneren dat het leven geen probleem is om op te lossen, maar een mysterie om te ervaren. En dat er – voorbij de angst, voorbij het denken – een stille glimlach woont. Een glimlach die zegt: je bent al thuis.
Waarom het leven geen reis is
Hieronder plaats ik een filmpje van één van zijn toespraken. De titel is “Why Life is Not a Journey”. In deze lezing betoogt Watts dat het leven niet moet worden gezien als een reis met een einddoel, maar eerder als een muzikaal of dansend proces waarin het draait om de ervaring zelf, niet om de bestemming. Het gaat om het genieten van elke noot en beweging onderweg.
Deze toespraak benadrukt het belang van in het moment leven en het waarderen van de huidige ervaring, in plaats van voortdurend te streven naar toekomstige doelen en je best doen om ergens anders te zijn dan waar je nu bent. Het is een uitnodiging om het leven te benaderen met een speelse en open houding, waarbij we ons niet laten meeslepen door eindeloze ambities, maar genieten van het huidige moment.
Enjoy!