Vijf mindfulness-tips voor het oefenen van aanwezigheid
Want het is jammer om te wachten op 'later'

Do you prefer the English version?
Inleiding
Er is in onze tijd een gebrek aan ruimte. Ik bedoel niet ruimte om in te wonen (alhoewel daar wel een tekort is), maar innerlijke ruimte. We bewegen vaak snel, sneller dan goed voor ons is. We gaan ervan uit dat het leven pas echt plaats kan vinden wanneer alles op orde is. We leven in de illusie dat er een toekomstig moment bestaat waarin we eindelijk echt kunnen gaan leven: als het thuis rustig is, als de inbox leeg is, als ons hoofd helder is.
Maar het leven wacht niet. Het leven is dat wat gebeurt tijdens al die volle dagen en tijdens al die momenten waarop je denkt dat het later beter zal zijn.
Mindfulness is geen techniek om sneller bij dat later te zijn, maar het vermogen je te herinneren dat het enige moment waarop je werkelijk kunt leven, dit moment is. Dat later is dus nu. En dat dit moment niet verbeterd hoeft te worden voordat het ervaart. Dat hetgeen waarvan je denkt dat het pas later mogelijk is, er nu al is, als je die gedachte aan later maar geen voeding geeft. Dat vraagt een zekere zachtmoedige moed: de bereidheid om erbij te blijven, precies daar waar je bent.
In dit artikel belicht ik vijf aandachtsgebieden van je gewone leven waar je in het nu kunt landen en het gevecht met de realiteit kunt stoppen.
Gedachten en gevoelens: golven in een grotere zee
We hebben vaak het idee dat onze gedachten ons bepalen. “Ik denk, dus ik ben”, zei Descartes – en we zijn hem eeuwenlang serieus blijven nemen. Maar wie wat langer in stilte zit, merkt dat gedachten komen en gaan zoals het weer komt en gaat: veranderlijk, soms onstuimig, soms helder, nooit volledig voorspelbaar.
Een gedachte is geen feit. Een gevoel is geen voorschrift. Beiden zijn verschijnselen; gebeurtenissen in onze geest en van voorbijgaande aard. Wanneer we dit komen en gaan herkennen, ontstaat vanzelf ruimte. Niet doordat we iets doen, maar doordat we zien wat altijd al waar was: dat wij niet samenvallen met- en bepaald worden door wat er door ons heen beweegt.
Het lichaam weet hoe dit te dragen, de adem weet hoe te verzachten. We hoeven niet te duwen, maar alleen maar mee te bewegen.
Werkelijk luisteren
Wees eens eerlijk. Hoe vaak denk je halverwege de zinnen van de ander al te weten wat er gaat komen en ben je bezig met wat je zelf wilt zeggen? En als je datzelfde gedrag bij de ander opmerkt, valt het dan niet op dat je harder gaat praten of meer moeite gaat doen om de aandacht van de ander vast te houden?
In een gesprek kan iets wonderlijks gebeuren wanneer we onszelf uitnodigen een moment lang niets te hoeven. Geen ‘ja, maar’, geen mening, geen bijdehand antwoord. Alleen aanwezig zijn en luisteren. Laten zien dat je er echt bent en dat de ander zich niet hoeft te haasten of zich op voorhand al moet verdedigen.
Dan kan er een stilte vallen die je vol zou kunnen noemen. Een stilte waarin je allebei kunt landen. Luisteren is geen techniek, maar een manier van aanwezig zijn. Je doet het niet alleen met je oren, maar met je hele lichaam.
En het is besmettelijk – in de positieve zin. Wanneer één iemand uit de patroonmatige reactiviteit komt, nodigt dat de ander uit om hetzelfde te doen. Zenuwstelsels gaan samen reguleren en resoneren. Dat is vaak genoeg om de ogen te laten verzachten en het hart te openen.
Eten als oefening in eerbied
Eten en drinken zijn dagelijkse bezigheden, dus onderhevig aan gewoontevorming en sleur. In de drukte van ons dagelijks leven is het aantrekkelijk om te multi-tasken. Daar leent eten zich goed voor. We denken aan wat nog gedaan moet worden terwijl we eten, kijken naar het journaal of naar de voetbal met het bord op schoot en spoelen snel iedere hap weg met een sloot koffie.
Met aandacht eten en drinken wil minstens zeggen dat je beseft dát je eet, dat je proeft wat er naar binnen komt en dat je de tijd neemt om te kauwen. Genieten mag, echt waar. Het kan maar zo zijn dat je sneller voldaan bent, je minder volgepropt voelt en meer energiek. Vanzelf een kilootje kwijt!
Er zijn culturen waarin het bereiden en nuttigen van voedsel wordt beschouwd als een vorm van meditatiebeoefening. Omdat het eten dat we bereiden en nuttigen en het lichaam dat het ontvangt het waard zijn om deze aandacht te ontvangen.
Wanneer we met aandacht eten, erkennen we dat dit lichaam leeft. Dat het niet een project is om te verbeteren, maar het huis waarin we in dit leven wonen. Met aandacht eten is een vorm van woningverbetering.
Deze vriendelijkheid voor het lichaam werkt door in alles: in het tempo waarin we spreken, in de manier waarop we kijken, in de soepelheid van ons bewegen, in de mildheid van het oordeel over onszelf en anderen. Eten kan zo een eenvoudig ritueel worden waarin we terugkeren naar de wereld, naar het nu, naar dit lijf dat ons draagt – met dankbaarheid en respect.
Bewegen als manier van aanwezig zijn
We denken vaak dat stilte alleen in stilzitten te vinden is, maar dat is slechts één ingang. Het lichaam zelf is als een oude rivier; als we het zorgvuldig bewegen, herinnert het zich bewegingen die ouder zijn dan onze woorden. Langzamer bewegen, bewuster lopen, het maakt iets los wat moeilijk onder woorden te brengen is.
In Tai Chi en Qigong spreken we niet over doen, maar over laten gebeuren.
De beweging komt niet uit het hoofd, maar uit een diepere laag.
We volgen eerder dan dat we sturen. Het is het lichaam dat leidt, en een geest die luistert en zich er amper mee bemoeit – in ieder geval niet met wilskracht.
Zoals ik in de lessen vaak zeg: body knows.
Wanneer we zo bewegen, vertraagt de tijd. De adem wordt ruimer. Spieren verzachten zonder slap te worden. Er ontstaat een gevoel van samenhang: het lichaam voelt weer als één geheel, niet als losse onderdelen die bij elkaar gehouden moeten worden.
In plaats van het lichaam te behandelen als een object dat we “gezond moeten houden”, benaderen we het met respect. Beweging wordt dan geen inspanning, maar een vorm van actieve ontspanning. Niet om sterker te worden – alhoewel je paradoxaal genoeg wel krachtiger wordt – maar om dieper je lijf te bewonen en je werkelijk te verbinden met je essentie.
In Tai Chi zeggen we: De aarde draagt je. De hemel tilt je. Jij hoeft alleen maar tussen deze beide te ademen. Dat klinkt misschien poëtisch, maar het is ook werkelijk te ervaren. Er is een moment waarop de beweging zichzelf begint te bewegen, alsof het lichaam weet wat nodig is, wanneer we het daar de ruimte voor geven.
Dat zou wel eens het hart van veel meditatievormen kunnen zijn: het leven niet dwingen en leren om niet tegen-, maar mee te bewegen.
De adem als stille leraar
De ademhaling is misschien wel de meest trouwe metgezel die we hebben. Altijd aanwezig, vanaf het begin tot aan het eind van ons leven, en ook altijd in het hier-en-nu. Hij duwt niets. Hij dwingt niets. Hij beweegt in een ritme dat ouder is dan ons denken.
Wanneer we de adem volgen – niet sturen, alleen volgen – kan er iets kleins en tegelijk belangrijks gebeuren: het lichaam herinnert zich dat het leven niet door wilskracht gestuurd hoeft te worden. Dat stress een vorm is van geweld tegen jezelf.
De adem laat ons zien dat er onder onze inspanningen een rustende beweging schuilgaat. Een bron van gronding die nooit helemaal verdwijnt, zelfs niet wanneer we hem vergeten. Herinneren is de kunst.
Eén langzame uitademing kan genoeg zijn om weer thuis te komen. Hè hè …
Het gewone leven als oefenterrein
We wachten vaak op bijzondere ervaringen. Momenten van inzicht, rust, verlichting. Maar het leven is vooral groots in het alledaagse. Het ontvouwt zich in het smeren van je boterham, het opendraaien van de kraan, het vouwen van de was, het intypen van je wachtwoord.
Het bijzondere zit niet in de gebeurtenis, het bijzondere zit in jouw kwaliteit van aandacht. De oefening is niet om het leven te veranderen, maar om het echt te zien en te be-leven en te ervaren. Hier en nu.
Dus als je je morgenochtend doucht, met een drukke day at the office voor de boeg, is er een keus. In plaats van te denken aan die drukke dag die voor je ligt en alvast wat scenario’s in gedachten door te nemen, kun je je bewust zijn van het warme water, van de aanraking met de huid, de vochtige lucht, de geur van het doucheschuim en de zachte handdoek waarmee je het lichaam afdroogt.
Je bent dan helemaal in het hier-en-nu, met volle aandacht voor jezelf en wat je aan het doen bent. Laat dan de dag maar beginnen!
Als je dit artikel lezenswaardig vond en (nog) geen betaald abonnement wilt, mag je me ook trakteren op een cappuccino!



Bedankt voor het schrijven. Ik denk aan deze podcast (https://open.spotify.com/episode/6Pg88sRHBtbt5run6C43l8?si=j5sppdvaRkWQNt8EtwGfbg)
En het woord ‘definitiemacht’, ‘taal’ en ‘vertragen’ en ‘verwachtingen/ oordeel van maatschappij en omgeving.
En aan woorden van Midas Dekkers: er is geen vooruitgang, er is geen achteruitgang er is alleen gang.
En plaatje van Decartes: 🤣