
Inleiding
Kan het doen van Boeddhistische oefeningen ons bevrijden van de gevangenis van pijn? Hoe kan meditatie ons helpen wanneer medicijnen tekort schieten? Jon Kabat-Zinn, arts en emeritus professor aan de Universiteit van Massachusetts Medical School, spreekt over deze vragen in de hoedanigheid van langdurig beoefenaar van Boeddhistische meditatie en hatha yoga, en als pionier in het gebruik van mindfulness om chronische pijn en ziektes te behandelen.
Tienduizenden mensen bezochten al de wereldberoemde Stress Reductie Kliniek die Kabat-Zinn in 1979 bij het Umass Medical Center oprichtte, en het achtweekse Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR) programma, zoals beschreven in Kabat-Zinn’s bestseller ‘Handboek Meditatief Ontspannen’, en dat momenteel op vele andere plaatsen in de wereld te volgen is. Tricycle redacteur Joan Duncan Oliver sprak met Kabat-Zinn en ik mocht het vertalen.
Het interview raakt aan een quote (van Ken Wilber als ik het goed heb) die ik recent zag en zeer van toepassing is in de context van het interview én in die van de tegenwoordige tijd:
Een enkeling is zijn verstand verloren,
de meesten van ons zijn al sinds lange tijd hun lichaam kwijt.
Ken Wilber
Laten we beginnen met een basale vraag:
wat is pijn?
Fysieke pijn is de respons van het lichaam en het zenuwstelsel op een grote verscheidenheid aan stimuli die ervaren worden als giftig, beschadigend of gevaarlijk. Er zijn feitelijk drie dimensies aan pijn: de fysieke of sensorische component; de emotionele of affectieve component: het gevoel dat de sensatie ons geeft; en de cognitieve component: de betekenis die we toekennen aan de pijn.
Laten we zeggen dat je pijn in je rug hebt. Je kunt je kind niet optillen; in en uit de auto stappen is lastig; je kunt niet zitten in meditatie. Je kunt misschien niet eens werken. Dat is de fysieke component. Er is veel dat je zult moeten laten, en daar zul je gevoelens over hebben – boosheid waarschijnlijk – en je wordt vatbaarder voor depressie. Dat is de emotionele respons. En dan zul je gedachten hebben over de pijn – vragen over de oorzaak van de pijn, negatieve verhalen over wat er zou kunnen gebeuren.
Deze verwachtingen, projecties en angsten vermengen zich met de stress van de pijn en beïnvloeden zo de kwaliteit van je leven in negatieve zin. Er is een manier om hiermee te werken, gebaseerd op Boeddhistische meditatie-oefeningen, die je kan bevrijden, tot op vrij grote hoogte, van het last hebben van pijn. Ongeacht of je het niveau van sensorische pijn kunt verlagen, kun je de affectieve en cognitieve aspecten van de pijn gewoonlijk wél beïnvloeden en verminderen. En dan zal heel vaak de sensorische component van de pijn ook veranderen.
Bedoel je dat wanneer je je relatie tot de pijn hebt veranderd, het fysieke ongemak kan afnemen?
Dat is het belangrijkste punt: Je verandert je relatie tot de pijn door je ervoor te openen en er aandacht aan te geven. Je rolt als het ware de rode loper uit voor het ervaren van de pijn. Niet omdat je masochistisch bent, maar omdat de pijn er nu eenmaal is. Je dient de aard van de ervaring te begrijpen en de mogelijkheden om, zoals artsen dat soms zeggen, ermee te leren leven, of, zoals de Boeddhisten zouden zeggen je te bevrijden van het lijden. Als je het onderscheid kunt maken tussen pijn en lijden, is verandering mogelijk. Zoals het gezegde luidt: “Pijn is onvermijdelijk, lijden is optioneel”.
Er is onderzoek gedaan naar hoe de geest acute pijn op sensorisch niveau verwerkt. Proefpersonen werden willekeurig verdeeld in twee groepen en kregen een koude-test te verduren, waarbij een tourniquet om de bovenarm werd gebonden en de persoon zijn arm in ijswater stak. Aangezien er geen bloeddoorstroming meer mogelijk was (door de tourniquet), werd de arm snel erg pijnlijk. Gemeten werd hoe lang iemand zijn arm in het ijswater kon houden. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen de groep die een aandachtgerichte strategie kreeg aangereikt en de andere groep, die een ontwijkende strategie toepaste. Door, bij de ene groep, aandacht toe te passen, zoals aandacht geven aan de sensaties, er helemaal in bewegen en er zo volledig mogelijk en zonder oordeel bij te blijven, met andere woorden een mindfulness-strategie, en, bij de andere groep, afleiding toe te passen, waarbij de deelnemers aan andere dingen probeerden te denken om de pijn zoveel mogelijk te ontwijken, ontstond een boeiend beeld. Men vond dat in de eerste minuten afleiding beter werkte dan mindfulness: deelnemers waren zich minder gewaar van het ongemak, omdat ze zichzelf een verhaaltje vertelden, of herinneringen ophaalden, of in hun fantasie opgingen. Maar nadat de arm een tijdje in het koude water was, bleek mindfulness veel krachtiger dan afleiding om met de pijn om te gaan. Met afleiding alleen heb je, wanneer het mechanisme het begeeft, uiteindelijk dus niets in handen om met de pijn om te gaan.