
Inleiding
In dit artikel maak ik een uitstapje naar een gebied dat ogenschijnlijk weinig met mediteren en aandachtig bewegen te maken heeft. We gaan naar de wetenschap! De kosmologie en de neurowetenschappen interesseren me al geruime tijd. Beide vervullen me met ontzag. Niet alleen vanwege de intelligentie van de wetenschappers, maar vooral omdat hetgeen ze ontdekken mijn verwondering over alles wat ontstaat en vergaat-, alles wat leeft en bestaat, alleen maar groter maakt.
Ik maak ook de verbinding naar de disciplines die ik beoefen en doceer bij Relax More, want daar maak ik gebruik van deze wetenschap én beoefenen we samen het toepassen ervan. Wetenschap is namelijk dichterbij dan je vermoedt.
Er zitten een aantal links naar websites en filmpjes in het artikel. Mocht je om gespreksonderwerpen verlegen zitten bij de maandelijkse verplichte visite aan je (schoon-)familie, dan helpt dit artikel hopelijk 😉.
Ontstaan en vergaan
De niet zo bekende geneticus en evolutiebioloog Theodosius Dobzhansky schreef: “Niets in de biologie is te begrijpen zonder het in het licht van de evolutie te beschouwen”. Dat klinkt voor sommigen misschien als een wat kille vaststelling, echter Dobzhansky was, behalve wetenschapper, ook een gelovig mens. Ja, dan zou je nog steeds een kille persoonlijkheid kunnen zijn, maar de grenzeloze nieuwsgierigheid en verwondering die uit zijn uitspraak blijkt, is voor mij niet verenigbaar met kilheid.
Voor mij raakt hij iets aan wat ik heel herkenbaar en belangrijk vind, namelijk dat we ons steeds kunnen verwonderen over hoe dit allemaal heeft kunnen ontstaan en nu nog steeds bestaat. Met dit allemaal bedoel ik: alles wat leeft, beweegt en groeit. Maar ook wat dat niet doet, is ooit ontstaan: stenen, water, lucht. Dat is en blijft toch ongelofelijk, als je daar even bij stil staat. De natuur, in en op onze Aarde, in het oneindige universum. En dat is de vraag die Dobzhansky eigenlijk stelt: “Hoe heeft dit nu toch allemaal zo kunnen ontstaan?”

Waarnemen, altijd beperkt
En dan te bedenken dat we lang niet alles waarnemen wat er is. Onze ogen kunnen bijvoorbeeld geen infrarood licht zien. De James Webb ruimtetelescoop kan dat wel, en als we dan die beelden wat bewerken, zodat het infrarood voor ons zichtbaar wordt, dan zien we nog meer prachtigs. Veel dieren zien, horen en ruiken overigens ook veel meer dan wij. Wetenschapsjournalist Ed Yong schreef daarover een prachtig boek, en spreekt daar heel mooi over in deze docu die je online kunt zien.
Serendipiteit
Verwondering is een essentiële eigenschap voor een wetenschapper. Zo zijn de mooiste ontdekkingen gedaan. Heel vaak zonder dat hetgeen men ontdekte, werd gezocht. Dát is waar verwondering en de openheid die daarvoor nodig is, essentieel zijn. Zonder dat is er doelgerichtheid en vooringenomenheid en met deze oogkleppen op is waarschijnlijk menig kind met het badwater weggegooid.
Stel je eens voor dat Wilhelm Röntgen, die op zoek was naar kathodestralen, niet nieuwsgierig was geweest naar een oplichtend stukje karton en zo de Röntgenstraling onontdekt was gebleven. Of dat Alexander Fleming het petrischaaltje waarin minder bacteriën groeiden dan in de anderen, weggooide en zo de ontdekking van penicilline nog jaren (decennia?) op zich had laten wachten. Viagra, champagne, vloeipapier, het theezakje, de psychedelische effecten van LSD en nog veel meer dingen zijn allemaal “per ongeluk” ontdekt, met een open mind. Zo'n toevalsontdekking wordt een serendipiteit genoemd.