Kristin Neff is psycholoog en heeft zich gespecialiseerd in het trainen van zelfcompassie. Ze heeft hier ook veel onderzoek naar gedaan. Onderstaand artikel van Neff, oorspronkelijk geplaatst op Psychology Today, mocht ik vertalen.
Twintig jaar onderzoekservaring
Eén van de resultaten die ik vond in mijn onderzoek naar zelfcompassie, is dat mensen die compassie hebben met zichzelf minder vaak depressief, angstig en gestressed zijn, en vaker gelukkig, veerkrachtig en optimistisch over de toekomst zijn. Kort gezegd: zij hebben een grotere mentale gezondheid.
De kracht van zelfcompassie is niet gewoon maar een idee - het is reëel en manifesteert zich ook in ons lichaam. Wanneer we onze pijn verzachten, maken we gebruik van ons zoogdieren zorgsysteem.
Oxytocine, ook bij denken aan genegenheid
Een belangrijke manier waarop ons zorgsysteem werkt, is door het vrijmaken van het hormoon oxytocine. Onderzoek toont aan dat een hogere oxytocinespiegel gepaard gaat met gevoelens van rust, vertrouwen, veiligheid, vrijgevigheid en verbondenheid, en het het vermogen tot het voelen van genegenheid en compassie voor onszelf vergroot.
Oxytocine wordt geproduceerd in verschillende sociale situaties, bijv. wanneer een moeder haar kind borstvoeding geeft, wanneer ouders omgaan met hun kinderen of wanneer iemand zorg geeft of ontvangt. Omdat gedachten en emoties hetzelfde effect hebben op ons lichaam in situaties waarbij zij gericht zijn op anderen én op onszelf, suggereert dit dat zelfcompassie een krachtige middel kan zijn om oxytocine vrij te maken.